de vitaliteit van het eigen werk van de modelbouwer, evenals de impact die een model op anderen kan hebben, hangt sterk af van de presentatie ervan. Het uiteindelijke doel kan een tabel van getallen zijn die met een gegeven nauwkeurigheid interpoleerbaar zijn, maar het is nog steeds waarschijnlijk dat een begeleidende grafiek met een veel lagere nauwkeurigheid meer aandacht zal krijgen en een meer synoptisch beeld zal geven. Beide soorten cijfers zijn nodig: de kwantitatieve, indien nodig ondersteund met tabellen; het kwalitatieve, dat inderdaad kwantitatief kan zijn, maar didactische vervorming en vergrote secties mogelijk maakt in zijn streven om zoveel en zo levendig mogelijk over te brengen. De mogelijkheden van de supercomputer in visualisatie, zijn kleuren, geluidseffecten, stereoscopische driedimensionaliteit, zijn indrukwekkend en moeten ten volle worden gebruikt, maar het is de meer directe grafische presentatie die men voor zichzelf schetst alvorens over te dragen aan de computer waar we het hier over hebben. Gelukkig lenen dynamische systemen zich voor levendige visualisatie zoals Abraham en Shaw hebben laten zien in hun opmerkelijke boeken en papers.2