onlinecriminaliteit omvat strafbare feiten zoals het hacken van een database met persoonsgegevens of het gebruik van een DDOS-aanval (distributed denial of service) om de website van een bank te verlammen. “Conventionele” delicten kunnen echter ook online worden gepleegd. Voorbeelden hiervan zijn online fraude, stalking, bedreigingen en het verspreiden van beelden van seksueel misbruik van kinderen. Onlinedelicten verschillen van “conventionele” delicten wat betreft de omvang en de duur van hun gevolgen en hun relatie met offline criminaliteit.
slachtoffers vrezen de gevolgen lang na het misdrijf
beelden kunnen online worden geplaatst, bijvoorbeeld tijdens sexting, bedreiging of stalking. Dergelijke beelden kunnen op grote schaal worden verspreid in een enorme snelheid, steeds zichtbaar voor een vrijwel onbeperkte groep mensen. Deze verspreiding kan ook oneindig doorgaan. Naaktfoto ‘ s en andere materialen kunnen online bewegen en dan plotseling, en onvoorspelbaar, weer opduiken. Slachtoffers kunnen bang zijn dat dit lang na het oorspronkelijke misdrijf zal gebeuren, zelfs als de dader met succes is veroordeeld.
wanneer strafbare feiten zoals stalking, bedreigingen en intimidatie online worden uitgevoerd, worden de gevolgen ervan verergerd. Soms worden deze misdrijven eerst gepleegd in de fysieke wereld, de dader zet ze vervolgens door via het internet. Dit geeft slachtoffers het idee dat nergens veilig is voor hen.
financiële schade en schaamte
de financiële verliezen van de slachtoffers van cybercriminaliteit kunnen variëren van een paar honderd euro tot meer dan tweehonderdduizend euro. De psychologische schade die door deze verliezen wordt veroorzaakt, kan aanzienlijk zijn, vooral in gevallen waarin de dader eerst online een romantische relatie met het slachtoffer begon en hem vervolgens chanteerde. Naast de financiële gevolgen, kan het slachtoffer gevoelens van schaamte en schuld ervaren, evenals verdriet over het verlies van wat ze hadden opgevat als een echte liefdesrelatie.
een ander mogelijk neveneffect is grootschalige ‘slachtofferschending’ waarbij de sociale omgeving en zelfs volslagen vreemden het slachtoffer kunnen lastigvallen, beledigen of de schuld geven. Het slachtoffer kan dan het gevoel dat hun enige optie is om zich helemaal terug te trekken uit de online samenleving. Deze negatieve gevolgen worden verergerd als blijkt dat de politie niet actief probeert de dader te vinden, of als agenten op het politiebureau minachtende of kritische opmerkingen maken.
slachtoffers en deskundigen maken zich zorgen over politiefaciliteiten en-capaciteit
volgens zowel slachtoffers als deskundigen is de politie onvoldoende uitgerust om onlinecriminaliteit te bestrijden. Zij beweren dat politieagenten geen adequate opleiding krijgen en vinden dit soort criminaliteit te complex en wijdverbreid om aan te pakken. Ze maken zich ook zorgen over onvoldoende politiecapaciteit. Slachtoffers hebben gevallen van frustratie genoemd omdat ze niet eens de gelegenheid kregen om een officieel rapport op te stellen.
behoeften van slachtoffers identificeren
slachtoffers van onlinefraude hebben behoefte aan verhaal: uit het NSCR-onderzoek is gebleken dat zij de dader willen straffen en financiële compensatie willen. Zij hebben behoefte aan duidelijke informatie over wat van de politie en de rechtbanken kan worden verwacht. En ze hebben behoefte aan herstel; bijvoorbeeld, het verwijderen van beelden van het internet zo snel mogelijk.
Publication details and further reading
Leukfeldt, R., Notté, R. & Malsch, M. (2019). Moordrecht van online criminaliteit. Een onderzoek naar behoeften, gevolgen en verantwoordelijkheden na slachtofferschap van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit.