de toewijzing van financiering aan het onafhankelijke theater-en danslandschap van Berlijn wordt geregeld door de Algemene Richtlijn van de Senaat van 2008 betreffende de financiering van particuliere theaters en Theater-en dansgroepen in Berlijn.
doel van de richtlijn is de toegang tot financieringsstromen voor kleine en middelgrote particuliere theaters en onafhankelijke ensembles in Berlijn te verbeteren en de transparantie rond financieringskwesties te vergroten. De financiering van producties geschiedt op basis van artistieke waarde. Deze aanpak stelt beheerders in staat om de focus van financieringsstromen te verschuiven in reactie op nieuwe en opkomende trends binnen de podiumkunsten.
daartoe is een reeks financieringscategorieën en respectieve financieringsperioden vastgesteld, samen met duidelijk omschreven procedures voor de toewijzing van middelen door jury ‘ s van deskundigen die belast zijn met de beoordeling van aanvragen.
de financieringsregeling is ontworpen met de bedoeling het voortbestaan van gevestigde ensembles veilig te stellen en tegelijkertijd voldoende flexibiliteit te bieden om te reageren op opkomende trends in theater en dans door nieuwe accenten in meerdere genres te plaatsen.
de Senaat heeft een gedifferentieerd financieringssysteem opgezet dat zowel geschikt is voor kortetermijninitiatieven als voor ambitieuzere ondernemingen. Individuele subsidies zijn beschikbaar voor de uitvoering van eenmalige en kortetermijnprojecten (projectfinanciering). Basisfinanciering en programma ‘ s voor zalen bieden theatergroepen en zalen een planninghorizon van maximaal twee jaar. Het concept-financieringsprogramma is een vorm van institutionele financiering met een standaardduur van vier jaar om de planning op langere termijn te vergemakkelijken. Deze mix van langetermijnfinanciering van projecten en institutionele financiering op korte termijn is gebaseerd op het zogenaamde “omnibusbeginsel”, volgens hetwelk nieuwe subsidies alleen kunnen worden toegekend wanneer eerdere vastleggingen worden stopgezet (d.w.z. wanneer ontvangers “uit de bus stappen”).
het systeem wordt aangevuld met het verstrekken van veilige institutionele financiering op lange termijn aan vooraanstaande instellingen die brede steun genieten in de hele samenleving en wier financiering het onderwerp is van parlementaire debatten in het algemene kader van de begrotingswetgeving.