A) niemand mag roekeloos overlast, ergernis of alarm veroorzaken bij een ander door een van de volgende handelingen te verrichten::
(1) het aangaan van gevechten, het bedreigen van schade aan personen of goederen, of in gewelddadig of turbulent gedrag;
(2) het maken van onredelijke lawaai of een aanvallende Grove uiting, gebaar of vertoning of het communiceren van ongerechtvaardigde en grof beledigende taal aan een persoon;(3) Een ander beledigen, treiteren of uitdagen, in omstandigheden waarin dat gedrag een gewelddadige reactie kan uitlokken;
(4) het belemmeren of verhinderen van het verkeer van personen op een openbare straat, weg, snelweg of recht van overpad, of naar, van, binnen of op openbare of particuliere eigendom, teneinde de rechten van anderen te verstoren, en door elke handeling die geen rechtmatig en redelijk doel van de dader dient;
(5) een toestand creëren die fysiek beledigend is voor personen of die een risico van fysieke schade voor personen of goederen inhoudt, door een handeling die geen rechtmatig en redelijk doel van de dader dient.
B) niemand mag, hoewel hij vrijwillig dronken is, een van de volgende handelingen verrichten::
(1) in het openbaar of in aanwezigheid van twee of meer personen gedrag vertonen dat aanstootgevend kan zijn of ongemak, ergernis of alarm kan veroorzaken bij personen met een gewone gevoeligheid, die de dader gedrag, indien de dader niet dronken was, moet weten dat dit effect op anderen kan hebben.;
(2) zich bezighouden met gedrag of het creëren van een aandoening die een risico van fysieke schade aan de dader of een ander, of aan het vermogen van een ander.
C) schending van een wet of verordening waarvan een element een motorvoertuig, locomotief, waterscooters, vliegtuigen of ander voertuig bedient terwijl het onder invloed is van alcohol of een drugmisbruik, is geen schending van afdeling B) van deze afdeling.
D) indien een gewone waarnemer vermoedt dat een persoon bedwelmd is, is het aannemelijk dat deze persoon vrijwillig bedwelmd is met het oog op afdeling B) van deze afdeling.
(E) (1) degene die deze sectie schendt, is schuldig aan wanordelijk gedrag.
(2) Tenzij anders bepaald in de afdelingen E), 3) en 4) van deze afdeling, is wanordelijk gedrag een klein vergrijp.
(3) wanordelijk gedrag is een misdrijf van de vierde graad indien een van de volgende situaties van toepassing is:
(a) de dader wanordelijk gedrag blijft vertonen na een redelijke waarschuwing of na een verzoek om te stoppen.
(b) het misdrijf wordt gepleegd in de buurt van een school of in een veiligheidszone voor scholen.
c) het strafbare feit wordt gepleegd in aanwezigheid van een wetshandhavingsfunctionaris, brandweerman, hulpverlener, Medisch persoon, persoon van medische nooddiensten of andere bevoegde persoon die betrokken is bij de taken van de persoon op de plaats van een brand, ongeval, ramp, oproer of noodsituatie van welke aard dan ook.
(d) het strafbare feit wordt gepleegd in aanwezigheid van een persoon in de noodfaciliteit die betrokken is bij de taken van de persoon in een noodfaciliteit.
(4) Indien een overtreder eerder veroordeeld is voor of schuldig pleit aan drie of meer schendingen van division (B) van deze sectie, is een overtreding van division (B) van deze sectie een misdrijf van de vierde graad.
(F) zoals gebruikt in deze sectie:
(1) “persoon van medische nooddiensten ” is het enkelvoud van” personeel van medische nooddiensten ” zoals gedefinieerd in artikel 2133.21 van de herziene Code.
(2) “de persoon van de noodvoorziening “is het enkelvoud van” personeel van de noodvoorziening ” zoals gedefinieerd in artikel 2909.04 van de herziene Code.
(3) “noodvoorziening” heeft dezelfde betekenis als in artikel 2909.04 van de herziene Code.
(4) “in de nabijheid van een school” heeft dezelfde betekenis als in artikel 2925.01 van de herziene Code.