in de astronomie is een standaardkaars een lichtbron waarvan de absolute magnitude bekend is. Standaardkaarsen zijn handig omdat we ze kunnen gebruiken om afstanden in de ruimte te meten. Overweeg een 100 watt gloeilamp. Als het dichter bij ons is, zal het helderder lijken, en als het verder weg is, zal het dimmer lijken. Er is een relatie tussen de hoeveelheid licht die we detecteren, en de afstand tot de lamp.
daarom zijn standaardkaarsen nuttige hulpmiddelen voor astronomen. Als ze weten hoe helder een object moet zijn en hoe helder het lijkt te zijn, kunnen ze de afstand tot dat object berekenen. Astronomen gebruiken een magnitudeschaal om de helderheid van verschillende sterren te vergelijken. Helaas is de magnitude van sterren vaak moeilijk te bepalen, omdat sterren op veel verschillende manieren variëren. Cepheïde veranderlijke sterren hebben echter zeer voorspelbare magnitudes.
Cepheïde veranderlijke sterren zijn sterren die met regelmatige tussenpozen lijken te pulseren. Als de ster uitzet, koelt hij af en wordt dimmer, en als hij samentrekt, warmt hij op en wordt helderder. Deze periode van expansie en krimp kan overal plaatsvinden van 1-100 dagen. Het blijkt dat de snelheid waarmee de ster pulseert gecorreleerd is met hoe helder de ster is.
als astronomen de periode van een Cepheïde variabele kunnen meten, kunnen ze de absolute magnitude van de ster berekenen, waardoor Cepheïde variabelen standaardkaarsen worden.