ik zou graag willen dat we een van de belangrijkste christologische thema ‘ s in heel Matteüs beschouwen: Jezus als Immanuel. Dit is het thema van de eerste van de tien citaties van de formule van Matteüs (1:22-23), en dient als een op zichzelf staande eenheid die het Evangelie van Matteüs boekt. We vinden de vermelding van Jezus als ‘God met ons’ in de eerste aflevering na de genealogie (1:18-25), en we vinden het weer in de laatste verklaring van het evangelie waarin Jezus belooft om met zijn discipelen te zijn tot het einde van de leeftijd (28:20). Het is belangrijk om te begrijpen wat er aan de hand is door Jezus te identificeren als’God met ons’. Het meest eenvoudig, het verwijst naar Jezus als de vervulling van de goddelijke verbond aanwezigheid, die de hoogste verbond zegen denkbaar is. Gods verbondsaanwezigheid was de zegen die Adam en Eva in de Hof van Eden beleefden. Gods aanwezigheid werd aan de Israëlieten beloofd toen zij uitkeken naar het Beloofde Land (Lev. 26:12). Gods aanwezigheid vulde de tabernakel (Exo. 40: 34-35) en later de tempel (1 Kg. 8: 10-11; Ps. 74:2; 76:2; 132:13; enz.). In Matteüs is Jezus groter dan de tempel (12:5-6), groter dan Salomo die de tempel bouwde (12:42), en groter dan de priesters die in de tempel dienden (9:1-8). Voor Matteüs onderstreept Jezus als Immanuel de Zoon als Gods verbondsaanwezigheid met ons in de diepste zin van het woord.
implicaties van Gods aanwezigheid
Jezus is Gods aanwezigheid om te zegenen of te vervloeken, afhankelijk van iemands relatie met Jezus.
toch moeten we niet voorbijgaan aan de verschillende implicaties van Gods verbondsaanwezigheid. Het is inderdaad de meest glorieuze zegen denkbaar dat Jezus Gods aanwezigheid bij ons is, toch is deze aanwezigheid een vloek voor degenen die zich tegen hem verzetten. Anders gezegd, Jezus is Gods aanwezigheid voor zegening of voor vervloeking, afhankelijk van iemands relatie met Jezus. We kunnen dit zien door te kijken naar de context van het Oude Testament, waar we Immanuel vinden. In Jesaja 7 weigert koning Achaz van Juda gehoor te geven aan Gods gebod om hem om een teken te vragen, in plaats daarvan kiest hij ervoor om de Assyriërs te vertrouwen voor bescherming. Als antwoord, Jesaja informeert Ahaz dat de Heer zelf een teken zal geven aan Ahaz—het kind dat Immanuel zal worden genoemd. In Jesaja is het teken van Immanuel een vloek voor Achaz, die rebelleert tegen het woord van God. Maar dit kind is een zegen voor hen die op de Heer hopen. Op dezelfde manier is Jezus ‘ aanwezigheid een vloek voor hen die, net als de Farizeeën, zijn woord verwerpen (Matt. 23), maar een zegen voor hen die op de Zoon van God vertrouwen (Matt. 14:22–33; 18:20).
Is Jezus Goddelijk?
in het licht van deze kenmerken van Jezus-as-Immanuel, betekent deze titel dat Jezus goddelijk is? Om deze vraag te beantwoorden, moeten we opnieuw zorgvuldig aandacht besteden aan de manier waarop het Evangelie van Matteüs meer informatie verschaft aan de lezer naarmate het verhaal vordert. Dat wat suggestief wordt geïntroduceerd aan het begin van het Evangelie wordt met grotere helderheid begrepen door de conclusie van het Evangelie. In Matteüs 1 lezen we over Jezus ‘ afstamming afkomstig van David en Abraham. We lezen dat hij geboren is uit Maria, zonder de tussenkomst van een fysieke vader, maar ontvangen door de kracht van de Heilige Geest. Zijn geboorte is wonderbaarlijk, en tal van aspecten van zijn vroege leven zijn vervulling van de Schrift. We zien daar de intieme relatie die Jezus met zijn vader deelt voorbij elk geschapen wezen, waaraan we het immense gezag van Jezus over ziekten, het demonische en het natuurlijke rijk moeten toevoegen. Later doet Jezus de ongelooflijke belofte dat waar twee of drie van zijn discipelen in de kerk in zijn naam zijn verzameld, hij daar bij hen is (18:20).Ten slotte lezen we in de Grote Opdracht dat Jezus wordt aanbeden en dat alle gezag in Hemel en aarde aan hem toebehoort, en dat hij altijd met zijn discipelen zal zijn, zelfs tot het einde van de leeftijd (28:20). Jezus ‘ laatste belofte van zijn voortdurende aanwezigheid met zijn discipelen verduidelijkt wat al aanwezig is in 1: 23: hij is de vervulling van Gods verbondsaanwezigheid met zijn volk op een manier die de aanwezigheid van elk geschapen wezen overstijgt. Jezus is de goddelijke Immanuel, die het dichtst bij de Vader en de geest staat (28:19). In het licht van deze tekstuele kenmerken moeten we concluderen dat Jezus altijd bij ons is als de goddelijke Immanuel.
This post adapted from Brandon Crowe, “The Trinity and the Gospel of Matthew,” in the Essential Trinity (Presbyterian & Reformed Publishing, 2017), 38-40. Gebruikt met toestemming van de uitgever.